-=Klik op buttons voor andere pagina's=-

main history theory notes


yinyang yinyang yangchengfu
Yang Cheng-fu bracht het T'ai-chi van de Yang stijl naar Zuid-China,
de leermeester van Cheng Man-ch'ing.


Twee meesters over T'ai-chi

Yang Cheng-fu's twaalf belangrijke punten

  • 1 Volledige ontspanning is het meest belangrijk van alles.
    In het Chinees wordt dit principe met sung aangeduid. De beste vertaling hiervan is 'ontspannen', maar zelfs deze omschrijving is nog te stijf. Je moet je hele lichaam ontspannen. Je mag in je hele lichaam geen spierkracht voelen, behalve op je schedel, waar je het gevoel hebt, of je hoofd door een onzichtbare draad van boven wordt gedragen. Als je je spieren kan ontspannen komt de rest vanzelf.
  • 2 'Zinken' of 'je gewicht laag houden' [chen] is de tweede stap van sung.
    Oorspronkelijk waren die twee versmolten in één begrip. 'Zinken' betekent steviger op je voeten staan door de kracht vanuit je bovenlichaam in je benen te laten lopen. Als je in je borst nog kracht vasthoudt, zal je lichaam zweven en kan je makkelijk omver gegooid worden. Het is echter niet voldoende om de kracht te laten zinken. Het is belangrijker om de ch'i te laten zinken, een prestatie, waarbij je geest geconcentreerd raakt en die iedere beweging in intensiteit zal doen toenemen.
  • 3 Je moet leren onderscheid te maken tussen het wezenlijke en het onwezenlijke.
    Vermijd het om op beide benen te staan - laat je gewicht steeds maar op één been rusten. Als je gewicht op je linkervoet rust, moet je je rechterhand gebruiken om aan te vallen en omgekeerd.
  • 4 Houd je hoofd en je ruggengraat recht.
    Je hoofd moet rechtop zijn, opdat de levensstroom het topje van je hoofd kan bereiken. Daarom kan je niet met je hoofd draaien of knikken zonder dat je hele lichaam mee beweegt. Ook de ruggengraat is een weg van de levensstroom en moet recht gehouden worden, zodat de ch'i en de i [geest] elkaar bovenaan kunnen ontmoeten, en daarbij wordt je lichaam licht en behendig. Houd ook als je draait je heiligbeen rechtop, anders verlies je je evenwicht.
  • 5 Het middel is het onbeweeglijke centrum, de as van alle lichaamsbewegingen.
    Het moet recht, maar buigzaam zijn.
  • 6 De houding Grijp de staart van de mus doet aan twee mannen denken, die samen hout zagen.
    Als de één ophoudt moet ook de ander ophouden. In de oefening van het duwen met de twëe handen mag je nooit weerstand bieden. Het vergelijk met de twee zagende mannen heeft in de praktijk twee betekenissen; (a) zwicht voor je tegenstander, trek terug, neutraliseer en volg hem, zonder ooit contact met hem te verliezen; en (b) zorg dat je de kleinste beweging van je tegenstander vóór bent en meteen raak toeslaat. Het laatste is natuurlijk een gevolg van het eerste.
  • 7 Steek je handen nooit zomaar vooruit.
    Yang zei altijd: 'Ik ben geen plank, leg je dode vlees niet op me neer'.Ontspan wees licht en gracieus dan krijgen je handen vanzelf betekenis.
  • 8 Volg het principe van de Daruma pop. Ontspan, beweeg je alsof je geen botten hebt.
    Als je net zo bent als een uitgebalanceerde pop, kan je niet ten val gebracht worden. Je lichaam is kwiek en je voeten zijn geworteld. Je zwaartepunt is 'laag' en alle energie is op één punt in één voetzool geconcentreerd. Als je echter niet ontspannen bent kan je je voeten niet wortelen.
  • 9 Maak een onderscheid tussen gewortelde energie en lichamelijke kracht.
    Gewortelde energie komt voort uit de spieren, brutale kracht uit de botten. Gewortelde energie is zacht veerkrachtig, actief; lichamelijke kracht is hard, stug en dood. Als een boogschutter een pijl wegschiet, gaat het om de spanning van de boog, maar niet om de pijl. Het gedeelte van je lichaam van je voeten tot aan je middel moet als één geheel bewogen worden, zodat je energie geconcentreerd wordt.
  • 10 Bewaar in de solo-oefening je evenwicht zodat de ch'i beter kan circuleren.
    De oefening moet langzaam en regelmatig gedaan worden net alsof je de zijde uit een cocon trekt. Onbezonnen voorbarig krachtsinspanning en haastige bewegingen zullen de streng breken net zoals daardoor het vloeiende verloop van de oefening zal worden onderbroken.
  • 11 In het duwen met de handen moet je de techniek van je tegenstander leren herkennen.
    Leer tussen een echte en een schijnaanval te onderscheiden. Ga niet te ver naar buiten als je pareert, en laat je tegenstander niet te dicht bij je komen als je terugdeinst.
  • 12 Duizenden kilo's met niet meer dan een vingerbeweging verslaan?
    Moet je de juiste techniek beheersen. Als je aan de hoorns of de oren van een koe trekt die duizenden kilo's weegt, zal je die niet in beweging kunnen zetten. Als je echter een touwtje van enkele grammen aan haar neus vast maakt, zal je haar overal naartoe kunnen leiden. Als de koe echter van steen is zal dat ook niet baten. Ook de juiste techniek zal alleen werken als zij bij levende wezens wordt toegepast.


Meester & Leerling

Cheng Man-ch'ing : Vragen en antwoorden

2223_5 Wij zaten daar en de meester glimlachte. Er was mij verteld dat hij misschien vragen zou beantwoorden als hij daarvoor in de stemming was. 'Als je met een kiezel naar een bel gooit, krijg je een klein geluid. Als je er met een hamer op slaat, bereik je een veel harder geluid. Zo zal je ook belangrijke antwoorden krijgen als je me belangrijke vragen stelt.' Zo begon ik dus.

Leerling: In bijna alle gevechtskunsten bereikten de leerlingen uiteindelijk dezelfde graad van perfectie als hun meester, of overtroffen die zelfs. Hoe komt het, dat zelfs niet één van uw leerlingen zich met u kan vergelijken? Hoe snel sommigen dan ook vorderingen hebben gemaakt, ze kunnen niet tippen aan uw graad van perfectie. Wat is het geheim?
Meester: Je hebt gelijk, er bestaat een geheim. Maar dat is zo eenvoudig datje het niet zal geloven. Het komt hierop neer, dat je gelooft, dat je vertrouwen hebt, anders kom je er nooit. Dit is het geheim: je moet je lichaam en je geest geheel ontspannen. Je moet aanvaarden dat je steeds weer, en gedurende een lange tijd verslagen zal worden; je moet leren bouwen op je verlies, anders zal je nooit slagen. Wat ik nu kan, heb ik geleerd omdat ik mijn trots vergat en in mijn meesters woorden geloofde. Ik ontspande mijn lichaam en bracht mijn geest tot rust zodat alleen ch'i, dat ik zelf beweging kon brengen, overbleef. In het begin kostte mij dat veel nederlagen en blauwe plekken. In feite werd mij bij sommige wedstrijden het vuur zo na aan de schenen gelegd, dat ik mijn bewustzijn verloor. Ik volg mijn de mijn meester door op mijn ch'i 'te letten en er naar te luisteren. Ik overwon de nederlaag en vergat angst, trots en ego. Ik maakte mezelf leeg en gaf me over aan ch'i. Geleidelijk werd mijn techniek beter. Toen en pas toen leerde ik zo snel reageren, dat neutraliseren en een tegenslag toebrengen in één moment versmolten. Mijn leerlingen geloven niet in deze weg of, als zij dat wel doen hebben zij er niet genoeg voor over.
Leerling: Het lijkt allemaal zo makkelijk als u dat zo vertelt. Als je de juiste geesteshouding hebt en je lichaam ontspant ga je vanzelf vooruit zegt u. Maar hoe staat het met hard werken regelmatig oefenen aanhoudende inspanning? 2829_2
Meester: Wil je het meesterschap bereiken ben je inderdaad op die dingen aangewezen, je moet hard werken en iedere dag oefenen. Maar we moeten uitkijken dat we Tai-chi niet gelijkstellen aan Shao-lin. Bij het laatste wordt over het algemeen de geest door spierkracht, geweld en zweet verstikt. T'ai-chi echter, vergt van je, dat je onder het werken altijd de beginselen in gedachte houdt. Het is niet genoeg om één of twee uur per dag uit te trekken om te oefenen, de oefening op zich moet juist gedaan worden. Anders is het verspilde tijd. Mijn leraar Yang Cheng- fu werd door zijn vermaarde vader Yang Chienhou onderricht en onderwees zelf op dertigjarige leeftijd een rijke functionaris in de provincie Shantung. Hier was het leven goed en Yang werd lui en vet. Tijdens dit leven van losbandigheid ging hij terug naar Peking en gaf zich daar aan uitspattingen over. Zijn vader hoorde hiervan en beval hem naar huis terug te keren, waar hij Yang in een kale ruimte opsloot, afgezonderd van alles en iedereen. Gedurende vierjaar bleef hij zo opgesloten; hij kreeg geen bezoek, behalve zijn vader, die dagelijks de solo-oefening en de oefening met verbonden handen en de stoktechnieken met zijn gedegenereerde zoon kwam doen. In deze tijd werd zijn vaardigheid veel groter dan ooit in zijn vorige leven, en toen hij na vierjaar zijn kamer uit kwam, was hij in staat om al die andere leerlingen van zijn vader te verslaan, die hem vroeger altijd de baas waren geweest. Hij was nu een groot bokser en bleef dit altijd, alhoewel hij in zijn latere leven maar weinig oefening nodig had om zijn slagvaardigheid te behouden. Want dit is een gemeenplaats bij T'ai-chi: als je vorderingen maakt, zal je een punt bereiken, waar louter fysieke oefening overbodig wordt. Dan heb je een afgrond overbrugd, meer kan ik daar nu niet over zeggen.
Leerling: Hoe weet je of je echt ontspannen bent, als je de houdingen doet?
Meester: Dit weten is een subjectieve ervaring, de ontspanning daarentegen is objectief. Ik zou zeggen dat de leerling al redelijk goed kan ontspannen, wanneer hij een hele ronde kan doen, zonder dat hij door vreemde gedachtes wordt afgeleid. Maar dit is alleen de eerste stap. De volgende stap is dat je de oefening zo echt doet, dat je aan het einde bijna uitgeput bent. Als je schouders zwaar aanvoelen, weet je dat je de echte ontspanning, 'het zwemmen in lucht', bijna bereikt hebt.
Leerling: Maar zeggen de klassieken niet, dat het lichaam zo licht moet zijn, dat je het gewicht van een veer voelt? Hoe kan je deze lichtheid rijmen met de uitputting die volgt op een oefening met een denkbeeldige tegenstander?
Meester: Dit is niet met elkaar in tegenspraak, alhoewel het paradoxaal klinkt. Je kan natuurlijk vijf minuten lang licht en vlug de houdingen doen en daarna niet moe zijn. Dat zou je niet helpen te ontspannen. Maar als je de houdingen langzaam, nauwkeurig en tegen een denkbeeldige weerstand in doet, word je wel moe, maar in een echt gevecht wordt je lichaam bevrijd van de belemmerende invloed die je geest op je heeft en wordt zo weergaloos licht, gevoelig, handig en snel.
Leerling: Zoals u weet heb ik T'ai-chi van verschillende andere leraren geleerd. Niet omdat ik u minder hoog achtte, maar omdat voor ons beiden de tijd die we tot onze beschikking hadden, beperkt was, en omdat ik over alle soorten T'ai-chi wou schrijven, leek het mij verstandig om zo veel als mogelijk te leren. De meeste methodes gebruiken hulpmiddelen om de juiste ademhaling, de houdingen en de algemene behendigheid te bevorderen. Zijn dit soort oefeningen nuttig? 3233_3
Meester: Alleen een leraar met weinig bekwaamheid is jaloers op het onderwijs dat een leerling ergens anders heeft genoten. Het is heel juist dat je zelf het nut van andere systemen gaat onderzoeken, want ik weet zeker, dat je je zult realiseren, dat er eigenlijk maar één meester is in deze kunst. De houdingen op zich zijn al zo afgerond, zo afwisselend, zo weldadig, dat aanvullende oefeningen je alleen maar van je vorderingen zullen afleiden.
Leerling: Is Shao-lin een uitmuntende oefening en manier van zelfverdediging?
Meester: Als ik daarvan overtuigd was, zou ik Shao-lin, doen, in plaats van T'ai-chi. De gezondheid wordt door de nadruk die bij de oefening van Shao-lin op bruut geweld en spierkracht wordt gelegd, eerder geschaad dan bevorderd. Omdat Shao-lin aangewezen is op kracht, geweld en techniek kan het ook als vechtsport nooit echt boven anderen uitstijgen. Zonder verwaand te zijn, mag ik wel zeggen, dat ik in mijn jeugdige dagen herhaaldelijk ben uitgedaagd door veel verschillende mannen en mijn vaardigheid heeft mij nooit in de steek gelaten.
Leerling: Kan men iets leren door te observeren?
Meester: Daardoor kan je wel iets leren maar natuurlijk niet alles. Oefening is noodzakelijk. Hierop slaat het verhaal over de buurman van Yang Chien-hou die in het geheim vanuit zijn huis gedurende enkele maanden de oefening van T'ai-chi gadesloeg en toen een van Yang's leerlingen uitdaagde hem aan te vallen. Toen de leerling daarop inging, werd hij door de buurman hardhandig ten val gebracht. Yang zag dit en vroeg de man waar hij die techniek hád geleerd. Zijn buurman antwoordde geamuseerd: 'Van u'. Een nog beter verhaal gaat over Yang Lu-ch'an, misschien de grootste van alle T'ai-chi meesters. Yang ging bij een apotheker in dienst die de beroemde T'ai-chi meester Ch'en Chiang-hsiang had aangenomen om zijn zonen te onderwijzen. Yang observeerde in het geheim de oefening en werd er zo bedreven in dat Ch'en hem als een ten volle ontwikkeld leerling accepteerde.
Leerling: Hoe belangrijk is de oefening van het duwen met de handen? 2223_5
Meester: Zeer belangrijk. Zonder deze oefening kan je geen vorderingen maken. Maar let op de dingen die ik je nu over deze oefening ga vertellen. Het is beter om het met een kind te doen dan met een technisch bedreven man die kracht gebruikt -waardoor jij natuurlijk ook kracht gaat gebruiken. Als je met een kind 'duwt', beschouw hem dan als een man, als je met een man 'duwt', beschouw hem dan als een kind. Dit klinkt misschien paradoxaal, maar dat is het niet. Aan een kind heb je een ontspannen partner om mee te oefenen, maar terwijl jij van zijn vermogen om te ontspannen profiteert, doe je alsof het een man is, net als jij. Dit is de functie van de oefening. Nu de keerzijde van de medaille. Waarom zou men met een man oefenen en doen alsof hij een kind is? Dit is eenvoudig een verkleiningsproces om van onze angst af te komen. Dit betekent echter niet, dat verwaandheid de plaats van angst in mag nemen. We moeten ons zowel van angst als van trots vrijmaken.
Leerling: Is de oefening van het duwen met de handen niet gevaarlijk omdat je daarbij je tegenstander toestaat je lichaam aan te raken? Zou dat bij een echt gevecht niet de ondergang betekenen?
Meester: Nee. De oefening van het duwen met de handen is slechts een middel, geen doel. Je leert daarbij gevoeligheid en onderscheidingsvermogen. Maar je leert er ook van, afstand op zijn waarde te schatten. In een echt gevecht sta je je vijand niet toe, je aan te raken, maar je beweegt je zo dicht mogelijk in zijn buurt, zodat je hem makkelijk een tegenslag kan toebrengen. Sommige meesters hebben wat wij 'op ontvangen gerichte energie' noemen, waarmee hun lichaam niet alleen de slag van de vijand opvangt, maar hem tegelijkertijd afweert. Sommige nog hogere meesters hebben die vaardigheid onder controle van hun onderbewustzijn, zodat de vijand van achteren kan aanvallen en dan door de kracht van zijn eigen aanval twee meter weggeslingerd wordt, terwijl de meester dit nauwelijks opmerkt. Zo iemand heeft geen moeite met een echt gevecht. De gewone speler, die deze vaardigheid niet bezit, zal ondervinden, dat de oefening van het duwen met de handen de gevoeligheid van zijn zintuigen verscherpt en hem leert, dicht bij zijn tegenstander te vechten, zonder dat hij zijn vijand toestaat hem aan te raken.
loos9_4_test Leerling: Chuang Tzu [399-295 v.C.] stelde dat een dronken man niet bezeerd kan worden omdat zijn ziel ongerept is. Zoeken wij niet juist deze bescherming bij T'ai-chi? Als Chuang-Tzu gelijk heeft, zou het dan niet gemakkelijker zijn om gewoon alcoholist te worden? Meester: Jezelf leeg maken betekent angst overwinnen. Dit is één van de belangrijkste doelstellingen van wu wei. Hierdoor werd een Taoïst in staat gesteld, om als hij moet sterven, een brandstapel te bouwen en rustig de vlammen in te lopen. [Hier vermeldde ik, dat dit vermogen om angst uit te schakelen niet alleen in China voorkwam. De levenslange discipline van de Japanse Samourai is erop gericht om goed te leren sterven, om niet te spreken van St. Lawrence, die toen hij levend werd geroosterd tegen zijn pijnigers zei: 'Draai me maar om, die kant is al gaar'. De meester nam hier met een glimlach kennis van en ging weer verder.] Natuurlijk vallen de remmingen van een dronken man weg, zijn spierspanning is laag en zijn lichaam is ontspannen. Maar niet helemaal: een dronken man vindt altijd de weg naar huis. Een dronken man verliest zijn i [verstand] en is daarom aan de omstandigheden overgeleverd. Bij T'ai-chi daarentegen ontspannen we, maar bewaren een actieve waakzame geest.
Leerling: Waarom ging Yang Cheng-fu niet naar het Westen om met zijn vaardigheid geld te verdienen?
Meester: Een keer kwam een Chinese dokter uit de Verenigde Staten van Amerika terug naar Kanton en smeekte Yang om met hem mee terug te gaan. Ze zouden beiden een groot vermogen kunnen vergaren. Yang weigerde. Noch het Westen, noch het geld konden hem verlokken. Hij ging zo op in zijn omgeving dat hij geen verandering wenste.


T'ai-chi als sport

loos5_3 De juiste toepassing van T'ai-chi hangt alleen van de geesteshouding af.'Van een dreigende beweging met toenemende vaart gebruik te kunnen maken' en 'de stootkracht van duizenden kilo's om te kunnen buigen met niet meer dan een vingerbeweging', zijn uitspraken uit de Tai-chi Ch'uan klassieken, die meer op geestelijk dan op lichamelijk vermogen de nadruk leggen. In het traditionele boksen, in het Westen zowel als in Azië, worden spierkracht, fysieke moed en techniek met elkaar verbonden. Alleen met techniek, zonder fysieke moed en zonder spierkracht kom je er niet. T'ai-chi heeft een heel ander uitgangspunt. Als sport en als zelfverdediging acht het zich verheven boven machtsvertoon en geweld. Van de T'ai-chi Ch'uan klassieken leren we, dat bij iedere handeling bet hele lichaam zo licht en beweeglijk mogelijk moet zijn'. Zo licht in feite, dat zelfs 'het gewicht van een veer voelbaar zou zijn, en zo beweeglijk, dat een neerstrijkende vlieg het in beweging zou kunnen zetten'.

Bij het uitdrukkelijke gebod om helemaal te ontspannen en geen spierkracht to gebruiken, wordt de beginner ook nog op het hart gedrukt om 'zichzelf helemaal over to geven aan zijn tegenstander' (Dit betekent, het initiatief aan de tegenstander laten en voor hem zwichte n.). Voor de orthodoxe bokser lijkt dat ongelooflijk. Je lichaam helemaal ontspannen en jezelf overgeven aan de tegenstander - is dat niet vragen om ellende? Maar als de leerling deze raad niet opvolgt zal hij zeker falen.

3435_1 Ter illustratie, als een T'ai-chi expert een tegenstander ontmoet die hem aanvalt, verzet hij zich niet en hij brengt ook geen tegenstoot toe. In plaats daarvan geeft hij mee en gebruikt zo de stoot kracht van zijn tegenstander in zijn eigen voordeel door er alleen een duw of een zet aan toe te voegen, zodat met de toenemende vaart de tegenstander die geen weerstand ontmoet, naar de grond gegooid wordt. Op die manier kunnen slechts een paar gram duizenden kilo's tot val brengen. Natuurlijk verslaat die duwkracht van slechts een paar gram geen duizenden kilo's, maar zorgt ervoor, dat het zware gewicht zichzelf ten val brengt. Dit is een duidelijk voorbeeld van het concept jezelf loslaten en voor je tegenstander zwichten'. Door bet lichaam te ontspannen en door geen kracht te gebruiken wordt de beweeglijkheid vergroot en dat zal de tegenstander iedere kans ontnemen om een voelbare slag uit te delen - want er is geen zwaartepunt waar hij zich op kan richten. Als je je als verdediger zo buigzaam en soepel houdt, bied je niet de weerstand die nodig is voor een knock-out slag. Dit is echter maar een van de redenen waarom een beoefenaar van T'ai-chi onkwetsbaar is voor aanvallen. Laten we nog eens de klassieken bekijken, die beweren dat degelijk boksen 'in de voeten is geworteld, in de benen wordt ontwikkeld, door het middel wordt gericht en via de vingers wordt uitgeoefend'.

De voeten moeten heel vast op de grond staan. De ch'i ontwikkelt de veerkracht in de benen als een krachtbron. De kracht schiet uit de benen als een pijl uit de boog. Het middel kan worden vergeleken met de boog die de pijl richt. De filosoof Wang Yung-ming [1472-1582] schreef dat het middel zo buigzaam moet zijn alsof het geen botten bevat. Het middel geeft de kracht aan en bepaalt daarbij de richting, het bereik en de intensiteit. De ch'i wordt door de benen en het middel ontwikkeld en beweegt zich voort naar de vingers. Met andere woorden, net als de kracht in de pijl zich van de boogpees tot aan het uiterste puntje van de pijl voortplant, reikt de ch'i van de voeten naar de vingertoppen.

Volledige lichamelijke ontspanning begint in de voeten. Als de leerling zijn lichaam kan ontspannen, en zijn voeten 'geworteld' veer kan zetten, wordt het boksen wat hij dan beoefent nei-chia ch'uan genoemd [het innerlijke in tegenstelling tot het uiterlijke systeem van boksen]. Dit principe wordt geïllustreerd door de uitgebalanceerde breed heupige Daruma pop uit Japan, die bij de lichtste aanraking begint te wiegelen, maar die niet kan worden Omgegooid. Bij T'ai-chi wordt het gewicht altijd op een voet geplaatst. Behalve in de inleidende en afsluitende houdingen rust het nooit op beide voeten. Als dat toch gebeurt, is dat een ernstige fout die de behendigheid en balans in de weg staat. De voeten moeten geworteld zijn als een boom met een penwortel. Natuurlijk heeft de bokser geen tastbare wortel die hem met de grond verbindt, maar na verloop van tijd zal de leerling door middel van zijn voorstellingsvermogen het gevoel krijgen alsof zijn gewicht echt met de grond waarop hij staat verbonden is. Zijn geconcentreerde kracht zal op de zwaartekracht reageren als ijzer op een magneet.

3233_3 Als je ervan spreekt dat de voeten wortel schieten, wordt hiermee verondersteld, dat alle fysieke kracht in de voeten is geconcentreerd en dat er voor de rest van het lichaam niets overblijft. Dat is waar. Als het lichaam van kracht ontdaan is - dat wil zeggen als alle spieren ontspannen zijn - zal er vanuit de voeten een hardnekkige kracht ontwikkeld worden. Deze gewortelde kracht verschilt van gewone kracht doordat die een wortel heeft, lichamelijke krachtsinspanning heeft dat niet. Als je in beweging bent, kan deze gewortelde kracht Gewortelde kracht is levend, lichamelijke kracht is levenloos. Gewortelde kracht is de veerkracht van levende spieren, hoe ontspannen die dan ook mogen zijn. Omdat de spieren ontspannen zijn, voel je bij het gebruik van gewortelde kracht je botten niet. Lichamelijke kracht echter, wordt aan spierspanning ontleend, die de botten tot een star houterig geheel verbindt. De traditie leert, dat gewortelde kracht aan de spieren is ontleend, en lichamelijke kracht aan de botten'. Wil je met gewone kracht toeslaan, dan moet je vergeleken worden met een sterke buigzame rank, en lichamelijke kracht met een stijve stok. alle botten mobiliseren en de spieren aanspannen, zodat de slag geconcentreerd wordt en als een geweldige knuppel neerkomt. Als je met gewortelde kracht toeslaat, is daar niet zo een harde inspanning voor nodig. Je brengt de slag toe als een buigzaam riet, met alle botten en spieren volledig ontspannen. Omdat gewortelde kracht in de spieren ontstaat, die de overbrengers van ch'i zijn, is deze in ieder opzicht boven lichamelijke kracht verheven.



   

Click Logo for Link MNX2010 Homepage
MNX2010 Homepage Link
© MNX2010 Web & Logo Design
All rights reserved
Mailme for further information or suggestions
MNX2010 mail link
Back to TOP