De Tai-chi Ch'uan klassieken bestaan uit een veelzeggende maar dunne bundel, die niet meer dan een half dozijn pagina's telt. Men zegt, dat in ieder geval een gedeelte van wat nu volgt door Wang Tsung-yueh geschreven is in zijn Tai-chi Ch'uan Lun [theorie van het T'ai-chi boksen]. De naam van dit boek werd later door de Yang familie veranderd in Tai-chi Ch'uan Ching [de klassieken van het T'ai-chi boksen]. Het originele document werd door een broer van Wu Yu-hsiang in de laatste helft van de negentiende eeuw ineen zoutmagazijn in Wu-yang Hsien in de provincie Honan gevonden. Wu, die de oude Ch'en Chia Kou stijl van T'ai-chi van Ch'en Ch'anghsing en Yang Lu-ch'an had geleerd, en de nieuwe stijl van Ch'en Ch'ing-p'ing, heeft misschien gedeeltes van de tekst verbasterd om de nieuwe stijl door te kunnen geven. Afgezien van wat Wu met de tekst gedaan zou kunnen hebben, zijn de klassieken onze beste band met het verleden van T'ai-chi. Zij vormen de grondslag van deze kunst. Van nature zijn zij uitweidend en veelomvattend, maar tegelijkertijd diepzinnig. In de tegenwoordige tijd, waar T'ai-chi in zoveel scholen verdeeld is - waarvan velen niet te onderscheiden zijn van vormen van Shao-lin, kunnen de klassieken als voorbeeld gebruikt worden. De systemen, die de klassieken schenden zijn fout. De lezer zal opmerken dat de klassieken het aspect van kunst benadrukken. Weinig van die boeken die nu in omloop zijn, geven een idee van T'ai-chi als een gevechtskunst.
Het gebruik van T'ai-chi als lichaamsoefening mag worden benadrukt, maar het praktische gebruik ervan moet niet verwaarloosd worden. Men zou zelfs kunnen beweren, dat van iemand die T'ai-chi niet als gevechtskunst beheerst ook niet verondersteld kan worden, dat hij dit als oefening kan onderwijzen. Die twee kanten zijn te nauw met elkaar verbonden.
Het lichaam als één geheel
Bij iedere beweging moet het hele lichaam licht en beweeglijk en in al zijn delen aaneengeregen zijn als de parelen aan een snoer. De ch'i moet gecultiveerd worden, de levensgeest moet binnen gehouden en mag niet naar buiten getoond worden.
Degelijk boksen is in de voeten geworteld, wordt in de benen ontwikkeld, door het middel gericht en via de vingers uitgeoefend. Voeten, benen en middel bewegen als één geheel. Je lichaam moet nergens gebogen zijn, nergens vooruitsteken, en je mag de beweging niet onderbreken, zodat je als je vooruitgaat of jezelf terugtrekt je de gebreken van je tegenstander en de betere positie van jezelf kan benutten. Als je van deze voordelen geen gebruik kunt maken zal je lichaam ongecoördineerd en verward zijn. 0m deze fout te corrigeren moet je je benen en je middel in de juiste positie brengen. Dit principe geldt voor iedere richting en houding.
T'ai-chi steunt geheel op het bewustzijn [i] van de speler en niet op zijn spierkracht [li]. Als je van boven aanvalt, mag je beneden niet vergeten; als je links toeslaat, mag je rechts niet uit het oog verliezen; en als je vooruitgaat moet je ook je aandacht bij het terugtrekken houden. Dit principe geldt voor de aanvaller en de verdediger. Als je iets naar boven wil trekken, moet je het eerst naar beneden duwen, waarbij je de wortel losmaakt, zodat het voorwerp meteen omvalt. Je moet een duidelijk verschil maken tussen het volle en het lege. Ieder gedeelte van het lichaam heeft op ieder moment een volle en een lege kant. Ook als men het lichaam als een geheel beschouwd, heeft het dit kenmerk. Alle gedeeltes van het lichaam moeten aaneengeregen worden zonder de geringste afscheiding.
T'ai-chi Ch'uan wordt ook wel eens Chang'uan (het lange boksen) genoemd, omdat het onophoudelijk doorstroomt als een grote rivier. De acht T'ai-chi (Deze acht houdingen zijn Pareer, Deins terug, Druk naar voren, Duw, Trek, Splits, Elleboog en Schouder) kan je gelijkstellen van stellen aan de Pa Kua acht trigrammen van de I Ching. Zo stellen de eerste vier houdingen de vier hemelsrichtingen voor : Noord, Oost, Zuid en West. De laatste vier houdingen geven op hun beurt de vier hoeken weer: zuidoosten noordwesten, zuidwesten en noordoosten. De vijf houdingen van T'ai-chi zijn: Vooruitgang, Terugtocht, Kijk naar links, Staar naar rechts en Centraal evenwicht en een vergelijking met de vijf elementen van de Chinese. filosofie: metaal, hout water, vuur en aarde. Zo worden de acht houdingen en de vijf geesteshoudingen de dertien houdingen van T'ai-chi genoemd.
De acht houdingen van T'ai-chi
De eerste vier houdingen of 'richtingen' zijn de voornaamste houdingen van T'ai-chi, zoals die in de oefening van het duwen met de handen gebruikt worden. De laatste vier houdingen worden 'handelingen' genoemd en worden met de eerste vier heel nauwkeurig in Ta Lu beoefend, een gevorderde vorm van oefening.
Het ordenen van het volle en het lege
T'ai-chi komt voort uit de oneindigheid; daaruit ontstaat ook yin en yang. In beweging zijn zij onafhankelijk van elkaar' in stilte smelten zij weer samen. Er mag geen teveel en geen tekort zijn.
Je zwicht voor de geringste druk van je tegenstander en gaat met hem mee als hij zich ook maar even terugtrekt. De sterken te overwinnen door jezelf over te geven wordt 'terugtrekken' tsou genoemd. Je eigen positie verbeteren tot nadeel van je tegenstander wordt 'vasthouden' chan genoemd. Je reageert snel op een snelle beweging en langzaam op een langzame beweging. Alhoewel er veel veranderingen mogelijk zijn blijft het principe hetzelfde. Door vlijtige oefening leer je de vaardigheid om kracht op de juiste manier te gebruiken. Als je dit hebt bereikt, kom je dichter bij het uiteindelijke doel : een tegenstander overwinnen zonder zijn energie te hoeven opsporen. Dit vraagt echter ingespannen oefening.
De levensgeest bereikt het topje van je hoofd en de ch'i zinkt naar je navel. Houd je lichaam rechtop. Door je snelheid kan je tegenstander niet ontdekken hoe je van vol zijn naar leeg zijn overgaat en omgekeerd. Als je tegenstander op je linkerzijde druk uitoefent moet deze kant van je lichaam leeg zijn. Hetzelfde geldt voor de rechter zijde. Als hij je naar boven of naar beneden duwt heeft hij het gevoel alsof er geen einde is aan de leegte die hij ontmoet. Als hij naar je toekomt lijkt hem de weg oneindig lang als hij zich terugtrekt lijkt hem die onverdraaglijk kort.
Het hele lichaam is zo licht dat het gewicht van een veer voelbaar zou zijn en zo buigzaam dat een neerstrijkende vlieg het in beweging zou zetten. Je tegenstander kan jouw bewegingen niet opmerken, maar jij bent hem altijd vóór. Als je al deze technieken beheerst dan zal je een weergaloos bokser worden.
Er bestaan talloze scholen van boksen Al hoewel ze allemaal verschillen en vorm en schaal komt het er altijd op neer, dat de sterken de zwakken verslaan en de snellen de langzamen. Maar dat is het resultaat van fysieke gaven en niet van praktische toepassing en ervaring. Maar zelfs de sterken en de snellen kunnen niet verklaren hoe je met niet meer dan één vingerbeweging de stootkracht van duizenden kilo's kan ombuigen of hoe een oude man een groot aantal mannen kan verslaan.
Sta als een weegschaal en beweeg vlug en bedrijvig als het wiel van een wagen. Houd je gewicht laag en aan één kant. Als je gewicht op twee voeten verdeeld is kan je makkelijk ten val gebracht worden. Hier gaat het erom dat je het volle ordent. Als je dat hebt bereikt kan je kracht op de juiste manier gebruiken. Als je nu hard oefent studeert en alles goed onthoudt, kan je het stadium bereiken waarin je helemaal op je geest kan vertrouwen. Vergeet jezelf en geef je aan de ander over. Vorder geleidelijk en volgens de juiste methode. Leer vooral goed de technieken; de geringste afwijking zal je ver van de weg afbrengen.
De dertien houdingen en de geest
De geest geeft de richting aan de ch'i, die diep indaalt en de botten doordringt. De ch'i circuleert vrij en mobiliseert het lichaam, zodat het gereed is voor de richting die de geest aangeeft. Als de ch'i op de juiste manier gecultiveerd wordt, stijgt je levensgeest en heb je het gevoel of je hoofd door een draad van boven wordt opgehouden, waardoor je lichamelijke traagheid en onhandigheid kunt vermijden. De geest en de ch'i moeten geordend zijn en in goede verhouding staan tot de uitwisseling van het volle en het lege om zo de neiging tot activiteit te ontwikkelen. Als je aanvalt moet de energie heel diep ingedaald zijn, geheel ontspannen en naar een kant gericht. Als je staat moet je lichaam rechtop zijn en ontspannen en in staat om meteen op een aanva1 van iedere kant te reageren.
De ch'i moet door het lichaam geleid worden zoals een draad makkelijk en zonder hindernis door een parel gaat, die negen zigzag wegen heeft. De energie wordt gemobiliseerd zoals staal honderd maal over en over geraffineerd wordt om uiteindelijk in staat te zijn ieder hard voorwerp te vernietigen. Lijk op een havik die een konijn grijpt, met de spirit van een kat die een rat vangt.
Wees in rust zo kalm als een berg en in beweging als de stroming van een grote rivier. Energie verzamelen en bewaren is als het spannen van boogpees; energie loslaten is als het afschieten van een pijl. Onderscheid het rechte van het gebogene. De energie wordt verzameld voordat zij losgelaten wordt. Zij wordt in de ruggegraat ontwikkeld. De handeling moet aan de lichaamshouding worden aangepast. Terugtrekken is ook aanvallen. Soms wordt de energie verbroken, maar zij moet meteen weer verbonden worden. Gebruik de 'opvouw' techniek,
(Een handtechniek, waarbij je, als je tegenstander tegen je pols duwt, je de pols ontspant en met de elleboog aanvalt en omgekeerd) als je naar voren gaat of jezelf terugtrekt. Draai je lichaam en gebruik verschillende stappen met vooruitgaan of terugtrekken.
Door buigzaamheid en overgave zal je machtig en sterk worden. De ademhaling moet juist zijn, zodat je bewegingen wakker en levendig worden. De ch'i moet natuurlijk en rustig ontwikkeld worden. Als je aanvalt moeten de armen een beetje gebogen zijn en de energie iets ingehouden worden om uitputting te voorkomen. De geest is de bevelhebber, de ch'i de vlag, het middel het vaandel.
Maak in de praktijk aanvankelijk grote strekkende bewegingen en breng deze geleidelijk terug naar korte compacte bewegingen. Op deze manier zullen ze uiteindelijk volmaakt teer en fijn worden. De oude boeken leren dat, als je tegenstander niet beweegt, ook jij volkomen stil moet staan. Maar zijn geringste beweging ben je al vóór en te vlug af. De energie lijkt uiterlijk ontspannen maar is innerlijk geconcentreerd, gereed om zich bij iedere beweging te ontladen. Ook al wordt de energie verbroken, toch blijf je er met je aandacht helemaal bij. De geest heeft de leiding en het lichaam volgt. Je onderbuik is ontspannen, waardoor de ch'i je botten kan doordringen. Je geest en je lichaam zijn op hun gemak, zodat je de aanwijzingen van je verstand kan opvolgen.
Als je handelt, beweegt alles, en als je stilstaat is alles rustig. Als je beweegt wordt de ch'i in je ruggepraat samengetrokken. Innerlijk concentreer je je energie en uiterlijk lijk je vredig en rustig. Loop als een kat en mobiliseer je energie alsof je zijde uit een cocon trekt.
Als je je ademhaling helemaal negeert en al je aandacht op je levensgeest richt, zal de kracht waarmee je toeslaat staalhard zijn. Als je echter je geest vergeet en alleen op de ademhaling let, zal de ch'i niet circuleren en de kracht waarmee je toeslaat erg verzwakt worden. De ch'i is als het wiel aan een wagen en het middel als een wagenas.
Het lied van de dertien houdingen
De dertien houdingen mogen nooit verwaarloosd worden. Hun oorsprong is het middel. Ga aandachtig van het volle naar het lege zodat de stroom van ch'i door je lichaam niet verbroken wordt. Een krachtige aanval moet je rustig het hoofd bieden. Op die manier ben je je tegenstander makkelijk vóór en kan je hem een tegenslag toebrengen. Let altijd op je middel. Als je onderbuik helemaal ontspannen is kan de ch'i ogenblikkelijk naar buiten gericht worden.
Als de ruggegraat recht wordt gehouden bereikt de levensgeest het topje van je hoofd. Als je je hoofd draagt alsof het met een draad wordt opgehouden, dan voelt het hele lichaam lichten beweeglijk aan. Als je zorgvuldig de houdingen onderzoekt kunnen de buig-strek en open-dicht bewegingen automatisch gedaan worden. Mondelijke leiding van een bekwaam leraar en regelmatige oefening brengen je naar een niveau, waar de vaardigheid zélf het overneemt.
Wat wordt er bedoeld met de juiste methode van lichaam en functie? Het antwoord is dat de geest beveelt en het lichaam gehoorzaamt. Denk aan het belangrijke doel: de verjonging en verlenging van je leven! Het voorafgaande is het geheim van T'ai-chi, wees waakzaam opdat je niet faalt!
Het lied van de oefening van het duwen met de handen
In Pareer, Deins terug, Druk naar voren en Duw, moet je de ware techniek ontdekken gaat hij naar boven, volg hem dan; gaat hij naar omlaag, volg hem dan kan hij niet aanvallen.
laat hem jou met grote kracht aanvallen en buig met slechts een vingerbeweging duizenden kilo's om, hem neutraliserend totdat hij machteloos wordt, en dan gebruik je de trek terug-aanval. Ga mee, til op, ondersteun van beneden, blijf horizontaal hangen en hecht je van achteren
zonder los te laten en zonder weerstand.